wij2030

Co-creëren voor een circulaire economie – het model gezien door de wetenschappelijke lens

In dit blog kijken we door de wetenschappelijke lens naar de rol die inkoop kan spelen in de circulaire transitie. We vroegen Arjan van Weele, Gert Walhof, Jacques Reijniers, Kees Gelderman en Mirjam Kibbeling naar hun professionele mening.  

(Wij spraken deze zeer gewaardeerde collega’s elk individueel in de periode maart 2023-februari 2024).

Modellen, wat hebben praktijk en wetenschap eraan? 

Er zijn al flink wat modellen die naar de volwassenheid of groei van de inkoopfunctie/-professie hebben gekeken. In een onderzoek uit 2016 naar de toegevoegde waarde van deze modellen wordt geconcludeerd dat ‘modellen die minder relevant worden geacht voor wetenschappelijk onderzoek, voor de praktijk net waardevoller blijken, en vice versa’ (Van Poucke, 2016).  

Het Circulair Inkoopontwikkelmodel dat WIJ2030 heeft gemaakt bouwt voort op de geschiedenis van eerdere inkoopontwikkel- en volwassenheidsmodellen. Het model beoogt net als eerdere modellen van waarde te zijn door het systematisch organiseren en duiden van kennis van het vakgebied en daarnaast inkoopmanagers te helpen bij hun gesprekken met hoger management (Rozemeijer, 2008). Ook biedt het waarde in gesprekken met leveranciers en andere stakeholders in de keten; onmisbare elementen waar het gaat om de circulaire transitie.

Het model voegt op twee vlakken iets toe aan al bestaande modellen. Allereerst is circulariteit integraal opgenomen in alle vragen en niveaus en is het niet een ‘vakje’ apart. Wij zijn ervan overtuigd dat circulariteit in de hele organisatie, in alle processen en in het hele denken moet zijn opgenomen, wil het nieuwe normaal worden dat nodig is om structureel verandering te bewerkstelligen.  

We pakken de uitdaging op om beter uit te leggen hoe het model te gebruiken is (Rozemeijer 2008) en om de inhoud en opbouw van de ontwikkelniveaus te onderbouwen. Daarnaast willen we de relatie van de ontwikkelniveaus en hun impact (gaan) aantonen (Van Poucke, 2016).  

We streven daarmee een model te creëren dat waarde toevoegt voor zowel de beroepspraktijk áls voor de wetenschap. 

 

Ontwerponderzoek verbindt praktijk en wetenschap  

De wensen van twee zo verschillende stakeholders verenigen in één model. Is dat eigenlijk wel mogelijk? Mirjam Kibbeling zegt daarover: “Of dat lukt heeft te maken met het onderzoeksparadigma dat je gebruikt. Mijn interesse gaat uit naar het actiegericht onderzoek, zoals in ontwerpend onderzoek. Binnen ontwerpend onderzoek heb je twee stromen die de twee werelden bij elkaar brengen: een praktijk stroom en een theorie stroom. Dit inkoopontwikkelmodel is geboren uit de praktijk. Met studenten en beroepspraktijk is het tot stand gekomen, wordt het gebruikt en verder ontwikkeld. Parallel daaraan bewandel je de kennisstroom. Waarin je een interventie pleegt met een bepaald doel in de praktijk en een bepaalde hypothese over het mechanisme dat erachter schuil gaat. Die ga je toetsen. En de kennis die je daar opdoet is een directe bijdrage aan onze wetenschappelijke kennis.” 

 

Verandering drijven 

De basis van het Circulair Inkoopontwikkelmodel is een zelfassessment tool, bestaand uit 25 vragen verdeeld over vijf aspecten. Na het invullen ervan krijgt de gebruiker direct zicht op hoe wordt gescoord op deze aspecten hoe zich dat verhoudt tot de score van anderen in de eigen sector en in heel Nederland. Er worden drie concrete verbetertips gegeven, waarin (aanstaande) wetgeving en actuele marktontwikkelingen ook worden meegenomen. 

 Het onderzoek is ontworpen rondom een aantal aannames: 

  • Een behapbare uiteenzetting van wat circulair inkopen is en wat de laatste inzichten zijn, brengt het grote vraagstuk van de transitie terug naar concrete punten waarop men wil en kan aanhaken. 
  • Mensen hebben behoefte aan perspectief om het complexe vraagstuk niet (langer) te negeren. 
  • Organisaties zijn nieuwsgierig naar hoe zij scoren en ten opzichte van peers. 
  • Het zien van perspectief in combinatie met de vergelijking met peers, maakt dat organisaties in actie komen.  
  • Door in actie te komen, ontstaat ervaring met wat werkt in welke situatie of onder welke conditie. 
  • Door ervaring op te doen en ervaring te delen voelen medewerkers zich in staat circulair inkopen structureel vorm te geven in concrete projecten/trajecten. 
  • Door circulair inkopen structureel vorm te geven, wordt het het nieuwe normaal. 
  • Zodra circulair inkopen het nieuwe normaal wordt, kan het lineaire model ‘uitsterven’. 

 

Mirjam Kibbeling 

 Mirjam Kibbeling: “Het zien waar je staat maakt professionals direct nieuwsgierig. Het laat je als professional nadenken over de keuzes die je tot nu toe hebt gemaakt. Het model biedt tegelijkertijd een lonkend perspectief naar de toekomst (red: middels drie concrete tips voor verbetering). De hypothese is dat het daarmee aanzet tot actie, en dat onderzoeken we graag verder met partners uit de praktijk.” 

 

 

Gert Walhof 

Gert Walhof gaf ons mee: “Probeer niet via een voor gedefinieerd proces stappen te zetten, maar zorg dat het (red: tool) aansluit bij de mensen die er mee aan de slag moeten. Circulariteit is nog in ontwikkeling, beschouw het als een experiment.” 

 

Wie is aan zet? 

Als je weet waar je staat, hoe zich dat verhoudt tot branchegenoten en welk perspectief je hebt, ben je er dus nog niet. Wat is er nodig om de huidige situatie om te buigen naar de gewenste situatie? 

Gert Walhof onderstreept het belang om naar alle lagen van de organisatie te luisteren: “Wat organisaties willen met duurzaamheid wordt vaak bedacht vanuit de directie. Natuurlijk is het belangrijk dat er draagvlak in de top is. Maar kijk ook naar wat er al gebeurt in de organisatie. Waar zijn de medewerkers al mee bezig? Als je dit niet meeneemt, sneuvelen mooie initiatieven.” 

 

 

Kees Gelderman 

Kees Gelderman zegt: “Het gaat om het identificeren van sleutelpersonen. Dat zijn soms de mensen op een formele positie, maar soms ook anderen. Voor de transitie, moet duidelijk zijn wie die sleutelpersonen zijn. En deze moeten worden meegenomen. In jullie model, zou je dus ook deze sleutelpersonen het (allemaal) moeten laten invullen, om tot een gezamenlijk inzicht te komen.” 

 

Jacques Reijniers

Jacques Reijniers vult daarop aan: “Identificeer de partners (gelijkgestemden qua visie en acties) tussen de leveranciers en werk met hen samen. En werk zo nodig aan allianties voor de realisatie van het finale doel. Het gaat de facto niet om inkopen maar om het realiseren van de strategische doelen met behulp van leveranciers.”  

 

Inkoop, een rolmodel? 

Inkopen gebeurt niet alléén door de afdeling inkoop, maar die afdeling heeft hierin wel een rol te spelen. Verandert die rol? 

 

Arjan van Weele 

Arjan van Weele zegt hierover: “Door toenemende wetgeving en rapportageverplichtingen van organisaties over hun keten, zal steeds duidelijker worden in welke organisaties men wil investeren. Het gaat om de vraag of inkoop een partner is binnen de organisatie. Is de houding ‘We serve the business’ of ‘We are the business’? Inkoop zal moeten omschakelen van transactionele inkoop naar responsible inkoop.”  

 Over medewerkers van de inkoopafdeling zegt Jacques Reijniers: “Heeft de inkoopmanager het vermogen om de directie te trotseren? Durven de manager en de medewerkers van inkoop door te vragen, te prikkelen en de organisatie te helpen hoofd- en bijzaken te scheiden in functie van een toekomstgerichte visie en doelstellingen? Dat is nodig om strategische kwesties, wat de circulaire transitie zeker is, te agenderen en de juiste keuzes te maken.” 

 

Het ontwikkelmodel ontwikkelt zelf ook 

WIJ2030 heeft voor ogen een kompas te creëren voor iedereen die de transitie naar een circulaire economie verder wil versnellen via inkoop. De focus op inkoop is niet omdat dit het enige vakgebied is waar iets moet veranderen, maar wel omdat er in het inkopen zo enorm veel potentie zit. Inkoop was altijd al een vakgebied waar mensen in multidisciplinaire teams, met deelnemers van binnen en buiten de organisatie, moesten werken. Maar in dat vakgebied dienen zich met de circulaire (en andere) transities steeds meer strategische vraagstukken aan. Grote kansen om hét verschil te maken komen samen met grote verplichtingen om dat waar te maken.  

 Vanuit WIJ2030 volgen we deze ontwikkelingen op de voet. Maar we willen niet alleen beschouwend te werk gaan. Wij willen actief meedenken en meewerken aan oplossingen die werken. Met partijen uit de praktijk – privaat en publiek – deze oplossingen testen, evalueren en aanpassen. En daarnaast de ervaringen breed delen zodat iedereen er zijn voordeel mee kan doen.  

 Om relevant te blijven zal het tool zelf zich ook blijven ontwikkelen. Het moet immers meeademen met de VOCA-wereld (red.: volatiel, onzeker, complex en ambigu) waarin we leven. Door het langjarige karakter van het onderzoek én de samenwerking met de praktijk zullen we het model blijven voeden met de meest actuele kennis en relevante tips. We streven na dat deze tool voor de individuele organisaties een praktisch gereedschap blijft en het Circulair Inkoopontwikkelmodel voor Nederland een relevante circulaire indicator gaat vormen. 

 

 

Aangehaalde literatuur: 

Rozemeijer, F. (2008). Purchasing myopia revisited again? Journal Of Purchasing And Supply Management, 14(3), 205–207. https://doi.org/10.1016/j.pursup.2008.06.001 

Van Poucke,E. (2016). Climbing the stairs of purchasing maturity: Essays on purchasing development, internal service quality and sourcing outcomes. PhD Thesis, University of Antwerp